Het arrestatieplan
Zondag 14 mei 1944 gaf de Befehlshaber der Sicherheitspolizei aan de vijf gewestelijke politiecommandeurs in Nederland opdracht om vóór maandag 16 mei 12:00 uur in het gehele land een opgave samen te stellen en gereed te houden van alle leden der zigeunerfamilies, ook kinderen, die zich in het bewakingsgebied ophielden of woonden. Het bericht bereikte Venlo telegrafisch tegen 22:00 uur.
Vanuit Venlo werd het aan Tegelen en aan Venray doorgegeven. Volgens de order moest onder zigeunerfamilies worden verstaan:
‘Alle personen, in den regel van buitenlandsche afkomst en geen Nederlander, die op grond van uiterlijk, zeden en gewoonten als zigeuners of zigeunerhalfbloeden kunnen worden aangemerkt, zoomede alle die naar geaardheid der zigeuners rondtrekken’.
Maandag 15 mei 1944 kwam er een aanvullend regeringstelegram binnen.
‘Op dinsdag 16 mei 1944 des voormiddags te 4.00 uur in alle uw bewakingsgebied verblijvende zigeuners, ook kinderen, aan te houden en deze aanvangende 7.00 uur door uw onderhorig politiepersoneel over te doen brengen naar het Kamp te Westerborg en wel uiterlijk tot 20.00 uur’.
De arrestaties op 16 mei 1944
Op dinsdag 16 mei 1944 vroeg in de morgen werden op het woonwagenkamp de Kleine Heide in Venlo 22 mensen opgepakt. Om 08:00 uur bevonden zij zich op het politiebureau aan de Lohofstraat en om 10:00 uur werden zij onder politiebegeleiding overgebracht naar Westerbork. De arrestaties waren weliswaar in opdracht van de Duitsers, maar zijn in zijn geheel uitgevoerd door de Venlose politie. In de provincie Limburg zijn de plaatsen Beek en Venlo de enige gemeenten waar op 16 mei 1944 deportaties hebben plaatsgevonden, wat niet wil zeggen dat er nergens anders in de provincie zigeuners verbleven.