Concentratie woonwagenbevolking
Enkele maanden voor de deportaties werd de moeder van Margaretha samen met haar 7 kinderen en 9 andere ( merendeels zigeuner) gezinnen naar een woonwagenkamp in Venlo gebracht. De vader van Margaretha verblijft op dat moment in het huis van bewaring en zal zich later bij zijn gezin voegen.
Trekverbod en verzamelkampen
Woonwagenbewoners moesten vanaf 15 augustus 1943 geconcentreerd worden in verzamelkampen. De Kleine Heide in Venlo was tijdens de oorlog zo’n verzamelkamp. Woonwagenbewoners mochten niet meer rondtrekken en werden dus volledig beperkt in hun bewegingsvrijheid, ook stonden de bewoners voortdurend onder politietoezicht.
‘Daar het zich laat aanzien, dat sommige woonwagenbewoners zich niet aan deze maatregel wenschen te onderwerpen en reeds hun woonwagens verlaten teneinde onbewoonbaar verklaarde woningen of schuren te betrekken en zelfs de vrije natuur intrekken, deel ik U mede, dat de Directeur Generaal te Hoog Soeren aan den Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des S.D. heeft voorgesteld, om deze onwilligen naar een afzonderlijk kamp te doen overbrengen en hun woonwagens verbeurd te verklaren. De daarvoor in aanmerking komende mannelijke personen, in het bijzonder de arbeidschuwe elementen dienen onvoorwaardelijk in het arbeidsproces, hetzij hier te lande, hetzij in Duitschland te worden ingeschakeld’.
Op 9 oktober 1943 stonden er op het woonwagenkamp in Venlo 32 woonwagens met in totaal 178 personen, waaronder 106 kinderen. Opmerkelijk is dat het gezin van Settela Steinbach, ‘het meisje tussen de wagondeuren’, eveneens op 9 oktober 1943 op het woonwagenkamp in Venlo verbleef. Van het gezin Steinbach is bekend dat ze gedeporteerd werden vanuit een woonwagenkamp in Eindhoven. Zij hebben zich dus ondanks het trekverbod weten te verplaatsen, helaas tevergeefs.